In het Domaine de Kerguéhennec zijn architectuur en landschap nauw met elkaar verweven. Het park bevat sinds 1986 ook een beeldenpad met werken van belangrijke kunstenaars uit de twintigste eeuw en is daarmee ook een erkend cultuurmonument.
Kerguéhennec wordt gekenmerkt door de verschillende tuinkamers. In het zuiden laat het pad langs een beek een “wild” landschap zien waarin de sporen van de mens verbleken. In het noorden biedt het landschapspark een beschaduwde promenade tussen getemde en kunstzinnig gepresenteerde natuur.
Gedurende lange tijd leek de bijdrage van de landschapsarchitecten uit de negentiende eeuw tot de vergetelheid gedoemd te zijn. Maar het merendeel van de openbare tuinen die nu veel publiek trekken, stamt uit dit tijdperk. In Frankrijk zijn veel van deze tuinen terug te voeren op de gebroeders Bühler. Deze landschapsarchitecten waren van grote invloed op de aanleg van vele parken, zoals bijvoorbeeld het Parc de la Tête d’Or in Lyon of het Parc du Thabor in Rennes. Als geniale vormgevers en grondige kenners van de plantenwereld volgden zij een streng principe voor landschapsinrichting dat zich heeft ontwikkeld tot wat nu nog als de ‘Bühler-stijl’ bekend staat. Het landschapspark van Kerguéhennec draagt de signatuur van deze beide landschapsarchitecten.
Met een beeldenpad in een artistiek aangelegd landschapspark vormt het Domaine de Kerguéhennec een combinatie tussen cultureel erfgoed en hedendaagse vormgeving.
Het Domaine de Kerguéhennec stamt uit de Middeleeuwen. Het was oorspronkelijk een agrarisch domein dat in zijn bloeitijd meer dan 1000 hectare aan land omvatte. In de negentiende eeuw werd het domein eigendom van graaf Paul-Henri Lanjuinais die in 1872 met de omvorming ervan begon: geleidelijk veranderde het agrarische terrein in een zeer representatief prestigeobject. De graaf gaf Ernest Trilhe, een beroemde architect uit die tijd, opdracht het huis te verbouwen. Van het park werd een landschapstuin gemaakt, hetgeen indertijd de mode was en het gevoel van er sociaal en politiek bij horen onderstreepte.
De graaf huurde de landschapsarchitecten Denis en Eugène Bühler in, die bekend waren geworden door hun ontwerp voor het Parc de la Tête d’Or in Lyon. De graaf wilde graag laten zien dat hij ook oog had voor de waarde van het natuurlijke landschap, een trend die in die tijd opgang deed. Een landschapspark, zoals in Frankrijk in het tweede keizerrijk in de mode was, zou de gunst van de keizer en stemmen van kiezers opleveren. Bij hun ontwerp voor het park gingen de gebroeders Bühler uit vanuit het perspectief vanaf het huis. In het zuiden verfraaide een “Franse tuin” het plein voor het huis. In het noorden bood het landschapspark romantische panorama’s op het landschap.
Het landschapspark is opgezet als een omzoomd terrein. De grenzen zijn duidelijk te herkennen en rijkelijk aangeplant om een duidelijke afstand te scheppen ten opzichte van de omgevende akkers en weilanden. Binnen het complex is alles erop gericht sterke emoties op te roepen bij de bezoekers. Zo maakten de landschapsarchitecten gebruik van gebogen lanen en zichtassen om een romantische wandeling mogelijk te maken. Daarbij gingen ze te werk als decorontwerpers en probeerden ze de zintuigen en de fantasie van de bezoekers met zeer sterke indrukken te prikkelen.
Een ander kenmerk van het landschapspark is het grote gehalte aan exotische planten. Deze werden deels al in de zeventiende eeuw ingevoerd en ze zijn dusdanig gepositioneerd dat ze een zeer schilderachtig beeld van de natuur geven. De landschapsarchitecten gebruikten de bomen om accenten aan te geven. In de negentiende eeuw waren botanische paden in parken de trend en Kerguéhennec vormt daarop geen uitzondering. In het arboretum kan de bezoeker sequoia’s, een in de herfst vuurrode amberboom en veel soorten naaldbomen uit Azië bewonderen, die het park het hele jaar door onder een “groene mantel” bedekken.
In tegenstelling tot de “Franse tuin”, met zijn regelmatige stijl, poogt het landschapspark de indruk over te brengen van “wilde” natuur. Water is hierin een van de belangrijkste elementen. In Kerguéhennec doorstroomt het natuurlijke rivierbed van de rivier la Claie het terrein. In 1977 ontstond er een vijver langs deze rivier.
In 1972 kocht het Département du Morbihan het domein aan, dat vervolgens in 1988 als cultureel erfgoed werd erkend. Ook het huis is inmiddels tot historisch monument uitgeroepen en daarmee is het volledige park nu een beschermd monument.
Kunst en landschap komen samen
In het park van het Domaine de Kerguéhennec wordt ook moderne beeldhouwkunst gepresenteerd. Sinds er in het park in 1986 op initiatief van het Franse ministerie van cultuur, de Direction régionale des affaires culturelles (Drac Bretagne) en het Fonds régional d’art contemporain (Frac Bretagne) een beeldenpad is aangelegd, zijn er in het park bijna dertig werken van belangrijke kunstenaars te zien. Hier komen de kunst en het landschap samen. De werken, die grotendeels speciaal voor het park ontworpen zijn, maken deel uit van verschillende openbare collecties: Fonds national d’art contemporain, Fonds régional d’art contemporain (Frac Bretagne) en Département du Morbihan.
Adresse:
Domaine de Kerguéhennec
56500 Bignan
Lat 47.885900 – Lon -2.734500
kerguehennec@morbihan.fr
www.kerguehennec.fr
Eigentümer: Conseil Général du Morbihan
Eintritt: Frei
Öffnungszeiten: Die Gärten sind das ganze Jahr über geöffnet
Führungen: Auf Anfrage
Kulturprogramm: Skulpturen im Park, Dauer- und Wechselausstellungen im Schloss
Touristische Informationen:
Shop: ja
Restaurant/Café: ja
WC: ja