Les Jardins de Kerdalo (de tuinen van Kerdalo) zijn in 1965 ontstaan. Ze zijn het product van de creativiteit en het artistieke talent van Peter Wolkonsky, een schilder en tuinliefhebber die gefascineerd raakte door de zure grond en het heuvelachtige terrein van een oude boerderij, doorsneden door de rivier de Jaudy.
„Kerdalo is een fragiele wereld die is overgeleverd aan de genade van het weer, klimaatverandering en milieuvervuiling. Het is een magische wereld, in zichzelf gekeerd, besloten, geheim, zowel door de natuur als door de mens gevormd, op het kruispunt tussen een botanisch universum en een romantisch universum.“(Peter Wolkonsky)
Peter Wolkonsky werd in 1901 in St. Petersburg geboren. Samen met zijn moeder schilderde hij een groot deel van zijn leven, vooral in Italië en in de Provence. Daarna ging hij zich toeleggen op het ontwerpen en aanleggen van tuinen.
In 1965 begon Wolkonsky met de realisatie van Kerdalo op het heuvelachtige terrein van een oude boerderij, dat wordt doorsneden door de rivier de Jaudy, vlakbij de oude stad Tréguier. Hij liet waterbassins, watervallen, een grot en paviljoens bouwen. Geholpen door grote namen op tuingebied – zoals Harold Hillier uit Winchester – koos hij planten op basis van hun botanische zeldzaamheid en, vooral, hun kleur. Meer dan 5.000 planten hebben zo op het 17 hectare grote terrein een plek gevonden.
Na zijn dood in 1997 adopteerden zijn dochter Isabelle en haar man Timothy de tuinen. Ondanks het noodweer van 1999, overstromingen, de dalende waterspiegel en af en toe zelfs een tekort aan water stralen de tuinen nu weer in hun oorspronkelijke glorie.
Het kanaal
In het centrum van deze tuinkamer met Aziatische invloeden is een rechthoekig bassin aangelegd. In een van de hoeken trekt een houten pagode de aandacht. In de herfst ontstaat hier een vlammend rode wand als de Vitis coignetiae (sierwijnstok) dit jaargetijde met zijn prachtige najaarskleuren afsluit.
In de lente tooien de <i zich met ontelbaar veel witte bloempjes, terwijl de Magnolia soulangeana ‘Brozzonii’ en sprengeri diva trots hun roze en witte tooi laten zien.
De grot
Tijdens zijn jeugd ontdekte Wolkonsky de Italiaanse tuinen, die onder andere gekenmerkt worden door de kalmerende aanwezigheid van water en grotten. De grot in deze tuin is vanuit dit idee gebouwd. De zeewezens van schelpen die de muren sieren, verlenen deze plek een mystieke sfeer. Tijdens de zomer versterken de reuzenbladeren van Gunnera manicata deze indruk nog meer.
La Lande Dorée – de gouden heide
Aanvankelijk trokken de goudgele kleuren van de brem en gaspeldoorn in dit deel van de tuin het oog van de schilder. De brem en gaspeldoorn zijn inmiddels vervangen door Taxus baccata „Fastigiata Aureomaginata“, Pittosporum tenuifolium „Variegatum“, „Golden King“, Cornus alba „Gouchaultii“ en door Genista aetnensis. Met Cornus alba „Sibirica“ en de Cotinus coggygria „Atropurpurea“ zijn hier nog wat rode accenten toegevoegd.
Deze meer dan 40 jaar oude bomen en heesters laten “la Lande Dorée” als een schilderij van een gouden heideveld van de hand van Wolkonsky zelf ogen.
De vier carrés
In de voormalige groentetuin van de boerderij plantte Wolkonsky een mooie collectie irissen, maar naar aanleiding van overstromingen in 2000 is besloten om dit terrein door Timothy Vaughan te laten herinrichten.
Nu kan men hier in de zomer vanaf het terras genieten van een palet van roze (Penstemon ‘Evelyn’, Persicaria affine, Allium sphaerocephalon, Salvia x superba ‘Tänzerin’) en blauw (Geranium ‘Rozanne’), geaccentueerd door wat geel (Hakonechloa macra ‘Aureola’). Vanuit dit hoger gelegen punt kan men niet alleen de geometrische vormen en de symmetrie bewonderen, maar heeft men ook een ver uitzicht over ‘la Lande Dorée’.
De terrassen
In dit ‘Nice in het klein’ heeft Wolkonsky wat minder rustieke planten opgenomen.
De terrassen ontwaken in de lente met gele en groene kleuren. Ze zijn echter op hun mooist als de Acacia pravissima in volle bloei staat.
In de zomer doet zich hier een ware explosie van kleuren voor: het rood en geel van Crocosmia ‘Lucifer’en ‘Paul’s Best’ vermengen zich dan met het zilvergrijze gebladerte van Melianthus major , terwijl de witte bloemen van Hoheria sextylosa prachtig samengaan met het geel van de Kniphofia ’Green Jade’. Ook de bloei van de Beschorneria yuccoides is iets wat men niet wil missen. De Echium pininana en deCupressus sempervirens voegen hier ten slotte een verticaal element aan toe.
Het benedendal
Het pad naar het benedendal loopt langs een grote vijver tot aan de dijk en vertakt zich vlak na de Drymis lanceolata.
Lysichitum americanum (geel) en Lysichitum camtschatcensis (wit) zijn hier de eerste voorjaarsbloeiers. Daarna volgt de Gunnera manicata. Aan de rand van een beekje zorgen een paar Dicksonia antartica voor een verticaal accent. Vanaf mei zijn de bloeiende azalea’s en rododendrons in dit deel van de tuin zeer spectaculair.
In de zomer ontstaat hier een regelrechte jungle: de bloemen en de reuzenbladeren van de Gunnera manicata worden dan gecombineerd met Matteucia struthiopteris, met bloeiende astilbe en de bladeren van de Lysichitons (moerasaronskelk).
In 2005 kregen de tuinen van Kerdalo de titel ‘Jardin Remarquable’ en in 2007 is dit complex uitgeroepen tot ‘Monument Historique’.
Adresse:
Jardins de Kerdalo
22220 Tredarzec
Lat 48.789915 – Lon -3.216659
kerdalo@wanadoo.fr
www.lesjardinsdekerdalo.com
Eigentümer: Privat
Eintrittspreis:
Erwachsene 8,50 Euro; Kinder 4,50 Euro
Öffnungszeiten:
April bis Juni und September, Montag und Samstag von 14.00 bis 18.00 Uhr Juli/August,
täglich 14.00 bis 18.00 Uhr, außer Sonntag