Regio
In het Ruhrgebied wonen 5,3 miljoen mensen, zo’n 30% van de inwoners van Noordrijn-Westfalen, op slechts 13% van het totale oppervlak van deze deelstaat. Elf districtsvrije gemeenten en vier districten vormen samen het Regionalverband Ruhr. Dit is een structuur met meer centra, zonder dominante metropool. De loop van de rivieren Ruhr en Emscher van oost naar west is nog altijd bepalend voor de vestigingsstructuur en de ontsluiting van de regio.
Met de slogan ‘Das Ruhrgebiet – ein starkes Stück Deutschland’ (Het Ruhrgebied: een sterk stuk Duitsland) heeft de regio getracht zich opnieuw te positioneren en uiting te geven aan de langdurige en diepgaande omvorming van haar economische, stedenbouwkundige en sociale omstandigheden.
Met name de snelle opkomst van de kolenwinning, de ijzer- en staalindustrie en de chemische en energie-industrie zorgden vanaf het midden van de negentiende eeuw voor een extreem sterke groei van het aantal inwoners in de regio. Het Ruhrgebied was de locomotief voor de Duitse bedrijvigheid en werd na de Tweede Wereldoorlog het werkpaard van het ‘Wirtschaftswunder’ (de wonderbaarlijk snelle wederopbouw van de West-Duitse economie).
Tijdens deze groeifase was de stedelijke ontwikkeling vooral op de economische behoeften afgestemd. Het economische succes en de gegroeide werkgelegenheid zorgden voor hogere belastingopbrengsten waarvan de lokale overheden, en uiteindelijk ook de inwoners, de vruchten plukten.
Latere economische en technologische ontwikkelingen hadden echter zware gevolgen voor deze ‘Wirtschaftswunderregio’. Naar veel producten was geen vraag meer of ze werden tegen lagere kosten geïmporteerd. Bedrijven moesten sluiten en arbeidsplaatsen gingen verloren. Maar nog altijd zijn er in het Ruhrgebied zeer succesvolle ondernemingen die als global players nieuwe markten hebben ontsloten, maar ook werkplekken naar goedkopere locaties hebben verplaatst.
Deze ontwikkelingen hadden ook voordelen: met name het milieu profiteerde hiervan. De lucht en het water werden duidelijk minder belast, grond werd anders gebruikt, braakliggende terreinen en afvalbergen konden aangeplant worden en beken en oevers kregen hun natuurlijke staat terug.
Een nieuwe benadering voor parken en tuinen, gestoeld op een meer afgestemd ruimtelijk model en op sociale, ecologische en culturele doelen, deed vanaf 1989, met de Internationale Bauausstellung (IBA) Emscher-Park, zijn intrede.
Hoewel nog lang niet alle economische, ecologische, stedenbouwkundige en sociale problemen in het Ruhrgebied zijn opgelost, is op steeds meer plekken te zien hoe het industriële verleden door creatieve concepten in nieuwe middelen en nieuw potentieel voor een meer duurzame ontwikkeling kan worden omgezet. Er zijn bijzondere bedrijfslocaties, culturele instellingen en woongebieden ontstaan. Historische gebouwen zijn behouden gebleven en gerevitaliseerd. Nieuwe architectuur van hoge kwaliteit brengt bewuste contrasten aan.
Bewoners en bezoekers van de regio worden met initiatieven als de ‘Route der Industriekultur’ (route van het industriële erfgoed) of de ‘Route der Industrienatur’ (route van de industriële natuur) ertoe uitgenodigd deze verrassende veelzijdigheid te ontdekken. Dit kan men het beste te voet of per fiets doen, via de nieuwe wegen die bijvoorbeeld op oude spoortracés en over terreinen waartoe de toegang voorheen verboden was zijn ontstaan en die door bruggen van een aansprekende architectuur met elkaar verbonden zijn.
Onder andere een bewegwijzeringssysteem en een online fietsrouteplanner maken het gemakkelijker dit wegennet te gebruiken. Zo kan men ook de andere attracties, zoals de bezienswaardigheden en uitkijkpunten, de voetbalstadions, theaters en musea, de historische plekken en landschappen en de vele historische en hedendaagse parken en tuinen tijdens een ’tour de Ruhr’ beleven