Weikersheim is een belangrijk voorbeeld van de tuinkunst van de Zuid-Duitse hoogbarok. Door hun integratie met de stad vormen het kasteel en de tuin een bijzonder indrukwekkend cultuurensemble dat al sinds 1928 op de landelijke monumentenlijst staat. Nadat het kasteel en de tuin in 1967 in het bezit kwamen van de deelstaat Baden-Württemberg, werd vastgelegd dat de tuin in het kader van monumentenzorg hersteld zou worden volgens het verschijningsbeeld dat hij rond 1750 had. Een bijzonder aspect is in dit opzicht dat de oorspronkelijke indelingslijnen en vele originele standbeelden bewaard zijn gebleven.
Naast de barokke lusthof zijn ook andere tuingedeeltes, zoals de fruit-, moes- en rozentuinen, onlosmakelijk verbonden met het historische beeld van de kasteeltuin. Op verschillende plekken zijn daarom planten te zien die traditioneel bij deze tuinen horen, zoals de kuipplanten in de lusthof en de sleutelbloemen- en fuchsiaverzameling in de tuin van de slotvoogd. In de alchemietuin wordt de aandacht gevestigd op het mystieke verleden van graaf Wolfgang II, de bouwer van het kasteel. Op de plaats van zijn voormalige laboratoriumtoren zijn nu planten te zien die vroeger geassocieerd werden met “tovenarij en hekserij”.
Weikersheim ligt in een dal waar de rivier de Tauber en de Vorbach bij elkaar komen. Het kasteelcomplex met de tuinen en de mooie integratie ervan in de stad en het nog grotendeels ongecultiveerde landschap in het zuiden wekt ook vandaag de dag nog de indruk van een kleine grafelijke residentie uit de 18e eeuw. Aan het bijna volledig behouden gebleven ensemble is de ontwikkeling van de middeleeuwse verdedigingswerken tot een representatief barok landgoed mooi af te lezen.
De kasteeltuin presenteert zich nog altijd op dezelfde wijze aan bezoekers als hij op het olieverfschilderij in het kasteel van Georg Adam Eger uit 1773 te zien is. De barokke lusthof bestaat uit een broderie- en een oranjeriegedeelte. Vier compartimenten worden omzoomd door “plate-bandes“, bloemperken waarin barokke compositieregels worden toegepast. De ertussenin geplante, in vorm gesnoeide boompjes zorgen voor een extra onderverdeling van de borders en definiëren met hun symmetrie en contrast de ware schoonheid van de bordessen. In het midden van het grote bloemperk bevindt zich de Herculesfontein. Op een heuvel van tufsteen wordt de strijd van deze held uit de oudheid met de draak Ladon getoond, waarbij het water als een fontein uit de bek van de draak komt. Het element water, en met name water in beweging, gold in de barok als de levendige ziel van een tuin. Met fonteinen werd uitdrukking gegeven aan dit idee; bovendien waren het technische hoogstandjes waarmee de eigenaren van het huis konden pronken.
Het belang van de kasteeltuin wordt in sterke mate bepaald door de die, in tegenstelling tot de meeste andere tuinen uit deze tijd, hier vrijwel volledig behouden is gebleven.
Het uit twee delen bestaande oranjeriegebouw is in 1723 door Christian Lüttich (1688-1769) aan het zuidelijke uiteinde van de lusthof gebouwd. Samen met het spiegelbassin dat ervoor ligt, vormt dit de ‘oranjerieparterre’. Het aansprekende bouwwerk diende een aantal functies tegelijk. Het werd gebruikt om er kostbare planten in te laten overwinteren en bevat in het zijpaviljoen ook de ‘sala terrena’ (tuinzaal). Als tegenpool bij het kasteel vormt de oranjerie met haar triomfboogarchitectuur een imposante omlijsting voor het uitzicht over het landschap en is het een typisch element van de Zuid-Duitse barok dat de vormgeving van het ensemble op passende wijze afsluit.
Verder bevat de tuin kleine architectuur in de vorm van het huis voor de tuinman uit 1708 en het Gewehrhaus uit 1817. De met fresco’s en pleisterwerk getooide begane grond van het huis voor de tuinman diende als “sala terrena”. Op de bovenverdieping woonde de tuinman. Op de begane grond van het Gewehrhaus bevond zich de wapenverzameling. De bovenste etage werd als eetzaal gebruikt en herbergde ook vier speeltafels. Beide gebouwen worden nu door een muziekacademie gebruikt.
Aan het zuidelijke uiteinde van de tuin bevinden zich het vogelhuis en het theehuis. Beide gebouwen zijn in 1715 als paviljoen met twee verdiepingen gebouwd. Het vogelhuis in het oosten had een salon boven en een volière beneden. In het theehuis, dat in het westen gelegen is, bevond zich op de bovenverdieping een “saletta”, terwijl er gelijkvloers een grot werd gerealiseerd.
In het jaar 1602 werd er voor het eerst schriftelijk melding van gemaakt dat verschillende akkergebieden en weilanden tot het landgoed Weikersheim behoorden. In de loop der tijd verschoven de minder representatieve gedeelten verder naar de rand van de tuin. Direct naast het huis waar de tuinman woonde, werd in 1708 de singel gedempt om vervolgens als moestuin te worden gebruikt. Hier kunnen bezoekers vandaag de dag weer de kruiden en groenten zien die hier vroeger deels verbouwd werden voor de keuken van het kasteel.
De alchemie beleefde zijn hoogtijdagen tijdens de renaissance. Graf Wolfgang II zu Hohenlohe (1546-1610) liet als overtuigd aanhanger van deze filosofie in 1602 een laboratorium bouwen voor alchemistische experimenten. Nu zijn alleen nog de resten van de gewelven op de begane grond te zien. De alchemietuin werd aangelegd op de plaats waar het voormalige gebouw stond en is nu aan deze mystieke cultuur gewijd.
In andere speciale tuinkamers en met plantententoonstellingen wordt de aandacht gevestigd op de traditie van plantencollecties. Op een inventarislijst uit 1745 staat vermeld dat de sleutelbloem al in Weikersheim aanwezig was. Net als in de 18e eeuw wordt deze plant op een houten etagère, naar een voorbeeld uit die tijd, geëtaleerd. Een tweede expositie is aan fuchsia’s gewijd. Van deze vandaag de dag als kuip- en balkonplant wijd verbreide sierplant zijn nu meer dan 7000 soorten bekend. De fuchsiatentoonstelling in Weikersheim blikt terug op de begindagen van de teelt van deze plant en laat in de tuin van de slotvoogd enkele historische soorten zien uit de periode 1830 – 1910.
Bij de paardenstal bevindt zich de door Mathias Lebl in 1865 aangelegde rozentuin. Deze was oorspronkelijk landschappelijk opgezet en presenteert zich nu in een moderne vorm aan de bezoekers. De beelden die hier staan, liet Carl Ludwig oorspronkelijk maken voor zijn tuin op de Carlsberg; rond 1950 kregen ze hun huidige bestemming. De tuin wordt op basis van het oorspronkelijke ontwerp gerenoveerd en opnieuw aangeplant.
Adres:
Schloss und Schlossgarten Weikersheim
Marktplatz 11
97990 Weikersheim
Email: info@schloss-weikersheim.de
Web: www.schloss-weikersheim.de
Eigendom van:
Baden-Württemberg, Staatliche Schlösser und Gärten,
Schlossverwaltung Weikersheim
Openingstijden:
April-oktober, dagelijks 09:00 – 18.00 Uhr
November-maart, dagelijks 10:00-12:00 en 13:00-17:00
Gesloten op 24 en 31 december
Toegangsprijs:
Park van april tot oktober
Volwassenen 3,50 Euro; Verlagingen 1,80 Euro; Familie 8,80 Euro
Groepen (20 en meer) 3,10 Euro per persoon
Park van november tot maart
Volwassenen 2,50 Euro; Verlagingen 1, 30 Euro; Familie 6,30 Euro
Groepen (20 en meer) 2,20 Euro per persoon
Huis en park
Volwassenen 6,50 Euro, Verlagingen 3,30 Euro; Familie 16,30
Huis alleen door rondleidingen alleen
Evenementen: www.schloss-weikersheim.de
Toeristische informatie:
- Shop: Ja
- Restaurant: In de stad
- WC: Ja
- Parkeren: Parkeren gratis
- Informatie en kaart: Beschikbaar in de winkel
- Zitbanken: Ja
- Gemiddelde duur van het bezoek: 1 uur (alleen het park)
- Toegankelijkheid: Alle belangrijke wegen zijn volledig toegankelijk
- Honden: Honden zijn welkom, indien aan de leiband