De gebouwen van de in 1991 door UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatste abdij van Lorsch zijn niet volledig behouden gebleven, maar dankzij de moderne landschapsarchitectuur kan men ervaren hoe bijzonder dit klooster is en was. Op het iets meer dan 3 ha grote kloosterterrein zijn de Königshalle, een fragment van de basiliek en een deel van de kloostermuur de overgebleven restanten van het benedictijnerklooster uit de vroege middeleeuwen.
De door de Berlijnse landschapsarchitecten Topotek1 bedachte en in 2017 opgeleverde herinrichting van het kloosterterrein laat de verloren gebouwen as ‘footprints’ herleven: de verdwenen kerk en het kerkelijk slot zijn als voetafdrukken uit de strakke grasvlakte uitgespaard. Het gras en het cultuurlandschap nodigen de bezoekers uit om het te betreden en het terrein te verkennen.
Het in het centrum van Lorsch gelegen kloosterterrein is via een systeem van paden en wegen verbonden met het klooster Altenmünster dat hier eerder lag. Een rondweg ontsluit ook het openluchtmuseum Freilichtlabor Lauresham waar de tijden van de Karolingen, de voormalige heersers over het Frankische Rijk, herleven. Achter de tiendschuur kan men hier op het kloosterterrein met alle zintuigen de kruiden beleven die genoemd worden in het Lorscher Arzneibuch, de farmacopee van Lorsch.
De benedictijnerabdij in Lorsch, in de Duitse deelstaat Hessen, wordt al sinds 1557 niet meer als klooster gebruikt. Hoewel de oude gebouwen grotendeels verloren zijn gegaan, is ‘Kloster Lorsch’ in 1991 op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Dit is onder andere te danken aan het poortgebouw dat een van de laatst overgebleven gebouwen is uit het tijdperk van de Karolingen. De landschappelijke en architectonische herinrichting was erop gericht de bewaard gebleven relicten te benadrukken, sporen te markeren en zorgvuldig nieuwe gebouwen toe te voegen, zodat de geschiedenis en betekenis van deze locatie en de relatie ervan met het cultuurlandschap weer te herkennen en te beleven zijn.
Door het terrein op basis van hedendaagse landschapsarchitectuur om te vormen, kan dit kloostercomplex uit de vroege middeleeuwen, waarvan de meeste gebouwen vergaan zijn, opnieuw beleefd kan worden. Als historische relicten uit de achtste eeuw zijn het karolingische poortgebouw, een fragment van de kerk en de kloostermuur behouden gebleven. Deze zijn aangevuld met de tiendschuur, het huis van de keurvorst en het boswachtershuis uit latere tijden. De landschapsarchitecten van Topotek1, Berlijn, hebben de verloren gegane gebouwen weer in het terrein afleesbaar en begaanbaar gemaakt door ze als streng gemarkeerde ‘footprints’ uit het verleden in het gras te benadrukken. De minimalistische vormgeving maakt gebruik van glooiende grasvelden waarin solitaire bomen en de historische gebouwen als losse monumenten prominent zichtbaar zijn. De locatie is een archeologisch monument. Omdat de archeologische vondsten slechts enkele centimeters lager dan het gras liggen, is de nieuwe vormgeving niet ingegraven, maar opgestort.
Déjà en s’approchant du lieu, le visiteur obtient une impression de l’étendue et de la structure du site grâce à une vue dégagée sur les murs du monastère et la situation surélevée des bâtiments. On peut en apprendre plus sur le lien entre le monastère et le paysage environnant en suivant le « sentier nature » ou le « sentier culture ».
Bij aankomst krijgen bezoekers door het vrije uitzicht op de kloostermuren met het hoger gelegen kloosterterrein direct een indruk van de omvang en structuur van het complex. Door de ‘weg van de natuur’ of de ‘weg van de cultuur’ te volgen leert de bezoeker meer over de samenhang tussen het klooster en het cultuurlandschap eromheen.
Binnen de kloostermuren zijn de voormalige gebouwen (kloosterkerk, omsloten voorplein, kerkelijk slot met kruisgang) en hun onderlinge samenhang door lichte topografische veranderingen, meestal in de vorm van exact afgeschuinde verlagingen, te herkennen. De verdwenen gebouwen hebben als het ware hun afdrukken in het zachte groen achtergelaten.
Bij het poortgebouw leidt een afwisseling van gras en klinkers naar een schuin niveau, dat als een trap met extrabrede treden oogt. Gras en klinkers wisselen elkaar af en verbinden het kloosterterrein met de stedelijke bebouwing.
De kruidentuin achter de tiendschuur is een nieuw element. Het is niet duidelijk of hier vroeger ook zo’n gebouw stond, maar de beplanting ervan bouwt voort op het ‘Lorscher Arzneibuch’ dat rond 800 n. Chr. werd geschreven en in 2013 in het UNESCO-register van documentair erfgoed werd opgenomen. In de tuin zijn veel van de daar vermelde planten terug te vinden. De tuin ligt op een helling en is door een groot aantal gestapelde muren in terrassen ingedeeld. Met zijn vele bloemen en kleuren en de (fruit)bomen eromheen is het een echte magneet voor bezoekers. Het gefragmenteerde karakter ervan staat in sterk contrast met het totaalplaatje van het complex en het is daarom niet vreemd dat de kruidentuin achter de tiendschuur wat ‘verborgen’ oogt.
Ook hier worden de bezoekers geleid door een structuur van paden die als banden over de bouwstructuren zijn gelegd en waarvan de uiteinden en bochten niet ‘naadloos’ in elkaar overgaan, maar elkaar overlappen en aan een wissel doen denken.
De jury van de Duitse prijs voor landschapsarchitectuur kende de abdij van Lorsch al in 2015 een eerste prijs toe en motiveerde dit als volgt: “Gebouwen, topografie en vegetatie verbinden zich zowel creatief als logisch tot een zeer veelvormige “kennisplek” die als vanzelfsprekend uitnodigt tot individuele ontdekkingen van de historisch wisselende grenzen tussen natuur en cultuur.“ De jury van de Europese Tuinprijs sloot zich bij deze mening aan.
Door de herinrichting heeft het kloostercomplex in Lorsch een nieuwe aura gekregen die volledig recht doet aan de kernwaarden ervan.
Zie voor verdere details over de landschapsarchitectuur: www.topotek1.de
UNESCO Werelderfgoedklooster Lorsch
Nibelungenstraße 32
64653 Lorsch
Eigenaar: Land Hessen, administratie van de Staatspaleizen en -tuinen Hessen
Entree:
Kloostergebied: Gratis toegang
Museumcentrum: € 3,00, concessies € 2,00, gezinskaart € 7,00
Openingstijden:
Monastiek gebied vrij toegankelijk
Museum + Shop: normaal geopend van dinsdag tot zondag 10:00 – 17:00. Tel. 06251-103820
Toeristische Dienst: Dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur (winter 17.00 uur).
Restaurant / Cafe: in de buurt
WC: in het museum
Parkeren: in de Odenwaldallee en de Nibelungenstraße
Overzichtskaart / tuinplan (PdF): Downlaod
Toegankelijkheid zonder obstakels: de hoofdpaden en het museum zijn toegankelijk voor bezoekers met mobiliteitshandicap.
Honden: Honden moeten aan de korte leiband op het terrein worden gehouden.