Het waterslot Raesfeld met zijn dierentuin in een uitgestrekt bosgebied is een populaire bestemming voor bezoekers uit het westelijke Münsterland en daarbuiten.
De dierentuin, die oorspronkelijk werd aangelegd als jachtgebied voor de adel, is nu een prettige wandelomgeving. De voormalige functies van de dierentuin, waarvan de basisstructuren sinds de renaissance grotendeels onveranderd zijn gebleven, worden de komende jaren nieuw leven in geblazen. Het bos is weer van een omheining voorzien en het eerste wild is inmiddels uitgezet.
Hoewel dit niet echt een tuin is volgens de gebruikelijke betekenis van dit woord, noch een dierentuin zoals wij die tegenwoordig kennen (historische dierentuinen waren vooral bosgebieden waarin wild werd uitgezet, gekweekt en bejaagd), biedt de dierentuin van Raesfeld met zijn uitgestrekte bos- en heidegebieden, velden, weiden, vijvers en bronnen een zeer gevarieerd aanbod voor tuinliefhebbers. Hij voldoet aan het ideaal van de renaissance: een gecultiveerd landschap met verschillende natuurelementen waarin weldoordachte ontwerpen, zoals het kunstmatige eiland met de wijnberg of de in de achttiende eeuw aangelegde lange vijver bij het kasteel, harmonieus met elkaar zijn gecombineerd.
Sinds de late middeleeuwen werden bij burchten en kastelen uitgestrekte jachttuinen en -parken aangelegd. Vooral in de tijd van de renaissance en de barok werden deze omheinde ‘dierentuinen’ met hun lange zicht- en wegassen door de adel voor drijfjachten gebruikt en fungeerden ze als een voorraadkamer voor vers wild. De meeste van deze historische dierentuinen en jachtparken zijn nu verworden tot grote bosgebieden waar men heerlijk kan wandelen. Vaak zijn alleen de lange, elkaar kruisende, uitwaaierende of stervormig aangelegde wegassen of jachtpaden en restanten van omheiningen met greppels, een wal, een hek of muur behouden gebleven als elementen waaraan men de voormalige functie nog kan herkennen. Ook zijn vaak nog de vormen van aanzitplekken, uitkijkheuvels of bewust aangelegde patronen in de bodem voor het drijven en jagen van het wild in het terrein aanwezig. De weidse en volgens een duidelijk plan aangelegde voormalige dierentuinen en jachtparken zijn nu belangrijke bestanddelen van het historische landschap.
Het waterslot Raesfeld met zijn dierentuin in een uitgestrekt bosgebied geldt als een van de best bewaard gebleven ensembles van de late renaissance in Duitsland.
Het slot werd in opdracht van rijksgraaf Alexander II. von Velen gebouwd. Als legerleider van de katholieke alliantie vergaarde hij tijdens de Driejarige Oorlog een aanzienlijk vermogen waardoor hij tussen 1643 en 1658 de oude burcht van de heren zu Raesfeld tot een prachtige residentie kon laten uitbouwen.
Een gedetailleerde tekening uit 1729 biedt een goede indruk van het historische ontwerp van het totale kasteelcomplex. Naast kunstzinnige tuinen is hier ook de dierentuin te zien die zich naar het westen uitstrekt. Met zijn omvang van meer dan 100 hectare omvatte de dierentuin uitgestrekte bos- en heideterreinen, weidegebieden, een aantal vijvers met molens, beken en bronnen. Het gebied was afgezet met een ca. vijf kilometer lange en twee meter hoge aarden wal met daarop een palissadehek. Als gast van de door Alexander II. georganiseerde jachtpartijen kwam ook vorst-bisschop Christoph Bernhard von Galen naar Raesfeld.
Het bijzondere aan de dierentuin is dat er sinds zijn ontstaan medio de zeventiende eeuw geen wezenlijke ingrepen of hervormingen meer aan zijn doorgevoerd. Dit is een relatief goed bewaard gebleven dierentuin uit de tijd van de late renaissance, waarin de regelmatig geometrische vormen van de barok met lange zichtassen, jachtpaden en lanen nog niet op de voorgrond stonden. Het landschap ten westen van het slot was als een natuurlijke en harmonieuze eenheid ingericht, hetgeen meer in lijn was met het ideaal van de renaissance.
Wat de dierentuin van Raesfeld ook bijzonder maakt, is dat hier in de tijd van Alexander II. niet alleen inheems wild werd gehouden. Al in 1664 zijn er meldingen van een kudde damherten die oorspronkelijk uit Klein-Azië afkomstig waren en die tot dan toe niet voorkwamen in de Duitse jachtgebieden. Volgens de overlevering schonk prins Johann Moritz von Nassau-Siegen, de Brandenburgse stadhouder van de stad Kleve, een drachtige Amerikaanse buffelkoe aan de rijksgraaf voor de dierentuin. Het is niet vreemd dat Alexander II. als “bijzondere vriend van vreemde dieren en beesten” werd beschreven. Dergelijke bezienswaardigheden vielen beslist ook in de smaak bij de gasten van de kasteelheer, waaronder de bisschop van Straatsburg en de kuurvorst van Brandenburg met hun gevolg.
Ook de tuinarchitectuur ten noorden en westen van het slot was een bezienswaardigheid. Van de kunstzinnige tuinen ten noorden van het slot is nu niets meer te herkennen, maar ten westen van het slot is aan de rand van de dierentuin nog een vijver met een cirkelvormig eiland bewaard gebleven. Op dit eiland was een wijnberg aangelegd met daarop een grote fontein die men vanaf de westvleugel van het slot kon zien.
Direct naast de wijnberg strekt de “lange vijver” zich naar het westen uit. Deze is waarschijnlijk als barokke waterspiegel pas in de achttiende eeuw aangelegd. Vanaf het eindpunt van de vijver kunnen bezoekers van de dierentuin nog altijd een blik werken op de karakteristieke torenspits van het slot. De aansluitende vijvers worden allemaal gevoed door de bronnen van de molenbeek en de Wellbrockbach-beek. De weg loopt verder langs de houtvesterij tot aan het einde van het dal, waar nu alleen nog maar de ruïne van een grote molen herinnert aan de vele molens die ooit in de dierentuin stonden.
In het kader van REGIONALE 2004 is de historische functie van de dierentuin nieuw leven ingeblazen. Naast het revitaliseren van het oorspronkelijke landschap – de gevarieerde bossen, weides en heidegebieden zijn in de loop van de tijd door bebossing steeds verder verdwenen – wordt met de bouw van een nieuwe omheining, naar het voorbeeld van de oude omheining, en het herintroduceren van reeën en damherten ook het historische gebruik van de dierentuin weer meer onder de aandacht gebracht.
Address:
Tiergarten Schloss Raesfeld
Hagenwiese 40
46348 Raesfeld
Tel: 02865-60910
Email: verkehrsbuero@raesfeld.de ; tiergarten@raesfeld.de
Web site: www.kreis-borken.de/xtiergarten/index.php
Owner/Management:
Trägerverein Tiergarten Schloss Raesfeld
Opening times:
Park: Open all year
Information and visitor centre:
All year:
Monday – Friday: 9.30 – 12.30 and 13.30 – 16.30
April 1st – October 31st
Saturday 13.30 – 17.00
Sunday 11.00 – 17.00
November 1st – March 31st
Saturday 13.30 -16.30
Sunday 13.30 – 16.00
Admission price:
Admission free
Events, exhibitions:
Permanent exhibition within the information and visitor centre (admission charge) . Closed on Mondays.
Customer services:
Shop: No
Restaurant: At the castle (including terrace) and in the village
WC: yes, visitor centre
Parking: Free ample parking at information and visitor centre
Seats, benches: yes
Average visiting duration: 2 -5 hours (including exhibition, castle and village)
Accessibility: Yes, information and visitor centre and major tracks within the park
Important notice: Dogs have to be kept on lead.
Events for children and young people: Workshops for children and young people
Map of site and additional information:
Broad range of information available at the information and visitor centre. Information panels within the park (trees, landscape elements etc.)
How to get there
By car: Motorway A3, exit 6 (Wesel) or motorway A31, exit Schermbeck (follow B224 into the direction of Borken)
By train/bus: Train stations in Bocholt and Dorsten-Rhade (use bus 721 from there)