In het Trasimenomeer liggen drie eilandjes, waarvan Polvese, dat in het zuidoosten van het meer ligt, het grootste is.
Het eiland was vroeger bezit van de grafelijke familie Citterio, die het als jachtterrein en vakantieverblijf gebruikte. In 1959 gaf graaf Giannino Citterio, de toenmalige eigenaar van het eiland, aan Pietro Porcinai, een van de grootste Italiaanse landschapsarchitecten van Italië van dat moment, opdracht om een nieuw ontwerp te maken voor de tuin, de tennisbaan en de aanlegsteiger en in een voormalige zandsteengroeve een zwembad aan te leggen.
Porcinai vormde de landingssteiger om tot een hoefvormige houten steiger waaraan boten kunnen aanmeren. Twee rijen wilgen leiden omlaag naar de oever en schermen de houten kade af. De voormalige bloemperken zijn verdwenen en de tuin werd in sectoren ingedeeld, met onder andere een kruidentuin.
De in onbruik geraakte zandsteengroeve, tot dan een troosteloze en weinig aantrekkelijke plek, werd omgetoverd tot een watertuin, met daarin een 5,30 meter diepe zwemvijver.
In het Trasimenomeer liggen drie eilandjes, waarvan Polvese, dat in het zuidoosten van het meer ligt, het grootste is. Het gebied is van bijzondere historische en natuurwetenschappelijke waarde. In het noorden is het eiland bedekt met eikenbossen met veel verschillende, voor het Middellandse Zeegebied typische plantensoorten, zoals steeneiken en essen. In de lager gelegen gedeelten zijn planten als sneeuwbal, laurier, hulst en liguster te vinden. Het zuiden is bedekt met een olijfboomgaard met eeuwenoude olijfbomen, terwijl een brede rietband het gezicht van de vochtige zone van het oosten naar het zuiden bepaalt. Sierplanten en bomen zijn overal langs de velden te vinden, terwijl heggen met rozemarijn en granaatappel de paden en het binnenland een eigen karakter geven.
Het eiland was vroeger bezit van de grafelijke familie Citterio, die het als jachtterrein en vakantieverblijf gebruikte. In 1959 gaf graaf Giannino Citterio, de toenmalige eigenaar van het eiland, aan Pietro Porcinai, een van de grootste Italiaanse landschapsarchitecten van Italië van dat moment, opdracht om een nieuw ontwerp te maken voor de tuin, de tennisbaan en de aanlegsteiger en in een voormalige zandsteengroeve een zwembad aan te leggen.
Porcinai vormde de landingssteiger om tot een hoefvormige houten steiger waaraan boten kunnen aanmeren. Twee rijen wilgen leiden omlaag naar de oever en schermen de houten kade af. De voormalige bloemperken zijn verdwenen en de tuin werd in sectoren ingedeeld, met onder andere een kruidentuin.
De in onbruik geraakte zandsteengroeve, tot dan een troosteloze en weinig aantrekkelijke plek, werd omgetoverd tot een watertuin, met daarin een 5,30 meter diepe zwemvijver. Rondom dit water groepeerde Porcinai verschillende ondiepe bassins, die hij aanduidde als ‘nimfen’ en die op verschillende hoogtes in de rotsen zijn aangebracht en met elkaar in verbinding staan. Hier bevinden zich zorgvuldig geselecteerde inheemse en exotische waterplanten (overdag en ’s nachts bloeiende tropische waterlelies, winterharde waterlelies, papyrus, lotusbloem) en snoekkruid (moerashyacint, Pontederia).
Het water van de hoofdvijver druppelt over de rand naar de lager gelegen bassins, waardoor er continu water loopt van de vijver naar de bassins met waterplanten en zo door naar het meer. Porcinai wilde zo de mensen in de zwemvijver het gevoel geven dat ze direct in verbinding stonden met het Trasimenomeer.
Een grasveld met olijfbomen omzoomt de zwemvijver en de bassins. Op het gras heeft Porcinai grote platen steen uit de oude steengroeve als “droogrekken” toegepast, waarop men kon zonnebaden. Hier is ook een mooie collectie typisch mediterrane planten te vinden, waaronder mirre, de aardbeiboom, tijm en lavendel. De kleedhokjes en de waterzuiveringsinstallatie bevinden zich in het talud onder het grasveld. Deze zijn via een met zandsteen verhard pad te bereiken.
De provincie Perugia heeft dit schoolvoorbeeld van landschappelijke verbetering in de periode 1988 – 1995 laten restaureren en onderhoudt het nu.
Het eiland is inmiddels bezit van de provincie Perugia. Een van de belangrijkste bezienswaardigheden op het eiland is de kerk van San Giuliano en San Secondo, de kerken van het voormalige Olivetanerkloost en het kasteel uit de middeleeuwen. Isola Polvese geniet nu bekendheid als een wetenschappelijk-pedagogisch opgezet park met alle benodigde faciliteiten en is daarmee een centraal element van het regionale park rond het Trasimenomeer.
Address:
Isola Polvese
Parco del Trasimeno
Ferry (no cars) starts at San Feliciano (signposted)
www.isolapolvese.it/en
www.polvese.it
Owner: Provincia di Perugia
Entrance fees: 3.00 Euro per person. The tour includes the Castle, the Church of San Giuliano, the garden of Porcinai and lasts 45 minutes. Tickets are available at the information desk on the Island.
Opening times: Isola Polvese is accessible all year. Please consult the ferry timetable:www.trasimeno.ws/.
The information centre is open daily from 1st July until 31st August, and on Sundays and public holidays in June and September.
Guided tours: Guided tours start each hour (different themes). Contact the information centre. No need to book in advance.
Cultural events: See website www.polvese.it